Er is een naam voor, maar daar kan ik op het ogenblik niet opkomen. Het is het verschijnsel dat je tegen je wil in het gedrag van de groep gaat vertonen. Je zit in het stadion en iedereen zingt: “Hi ha hondelul” omdat ze een hekel hebben aan de scheidsrechter en opeens, zonder dat je het wil, want jij vindt de scheidsrechter wel aardig, ga jij ook “Hi ha hondelul!” zingen. Of je doe mee aan een demonstratie en iedereen om je heen gooit stenen naar de politie, en opeens wil jij ook stenen gooien.
Is het massahysterie?
Hoe dan ook: ik heb nooit in het stadion de hondelulhymne gezongen en ik zweer u dat ik nog geen kiezelsteen richting de Hermandad heb geworpen. Ik ben zonder zonden, wat dat betreft.
Maar toch bestaat het verschijnsel.
Is het soms massapsychose?
Ofschoon ik dus nimmer geweld heb gebruikt, herken ik het fenomeen wel. Je zit in een groepje en opeens zing je het ABC van Lul van Vagina. (“A, is een aambei, die groeit aan je kont, B is de baarmoer die zit onder de stront, C is een Cjanker die ken heel erg jeuke, D is een druiper, die kreig je van het neuke… etc.’) Ik kon dat heel leuk zingen, al zeg ik het zelf, maar de volgende ochtend schaamde ik me altijd dood. Waarom wilde ik dit zingen? Nou, omdat iedereen meezong, zong ik ook mee.
Meelopersgedrag? Ik herinner me dat ik ooit in een ver verleden de gedragswetenschapper Otto Adang interviewde. Hij onderzocht de relatie tussen groepsgedrag bij apen en mensen.
Hij concludeerde dat het groepsgedrag van apen vergelijkbaar is met het gedrag van groepen mensen in bijvoorbeeld stadions of bij demonstraties. Hij stelde dat groepsgedrag zowel bij apen als bij mensen kan leiden tot collectief gedrag, waarbij individuen zich anders gedragen dan wanneer ze alleen zouden zijn. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld conformiteit of agressie. (Cursivering van mij.) Door goed te kijken naar mensen in het stadion kon je van een groep hun dynamiek begrijpen, voorspellen en eventueel sturen.
Toch gaat het regelmatig mis en zie je dat een demonstratie wat betreft geweld totaal uit de hand loopt.
Ik meen te weten hoe dat komt.
Een demonstratie geeft je de kans om held te zijn en te worden.
Je bent tegen iets, maar gedurende de demonstratie met je vlaggetje, je hoedje en je toeter, merk je dat je eigenlijk weinig effect teweeg brengt. Dan denk je: door een steen te gooien, breng ik de boel in beweging. En als jij een steen gooit denken anderen, die zich eigenlijk ook kapot vervelen, eindelijk gebeurt er wat. Ook die stenen hebben weinig effect. Vervolgens ga je over tot de aanval en ga je de agenten met stokken bewerken. Je kameraden doen dat ook. Je merkt dat jij een heldenrol kan spelen door niet te wijken voor de agenten, maar door ze in elkaar te hengsten en je dan te laten arresteren. Je bent held en martelaar tegelijk, een beter gevoel hebben we vandaag niet in de aanbieding. Vrienden kijken naar je op, vijanden zijn bang. Je hebt macht. Dat goede gevoel compenseert de malaise waar de demonstranten vaak in zitten: ze hebben te weinig geld, geen eigen woning, ze menen dat asielzoekers alles krijgen en zij niets, hun meisjes flirten met enge mannen die hier onlangs zijn komen wonen, en tegelijkertijd zien ze dat de Aperoldrinkers in de grote stad (€14,- per glas) wel voor miljoenen op de universiteit mogen vernielen en daarmee wegkomen terwijl zij altijd een laag schooladvies kregen.
“Ik ram een agent in elkaar, ik schreeuw dat Hitler geheild moet worden, ik word gepakt en ik ben in mijn groep een held, want ik ben moediger dan mijn vrienden die voor de smeris zijn weggerend.’’
De opening van NRC luidde maandag 22 september: ‘’Haagse rellen zijn geen hooliganisme maar politiek gemotiveerd geweld.’’
Tja, dan was het vernielen van het universiteitsgebouw voor een paar miljoen ook politiek gemotiveerd geweld.
Links en rechts vertonen namelijk hetzelfde apengedrag. En zelfs het midden kan zulk gedrag vertonen.
Iedereen doet wat de groep wil waarin je op dat moment verkeert. Dat is je overlevingsinstinct!
Bonus, literatuur
MEESTER
Hij had aan haar klas lesgegeven - het laatste uur van de dag - en wéér overwoog hij wat hij kon doen. Ontslag nemen, haar zijn liefde verklaren en met haar weg uit deze stad vluchten.
“Waar dromen nachtmerries worden.”
Hij haatte zijn eigen laffe beschaving. Het leeftijdsverschil is te groot en “ik moet me beheersen maar waarom eigenlijk?”
Opeens kwam ze zijn klas weer binnen. Ze was geen geile ordinaire schoonheid zoals Tamara en hij wist niet waarom hij op haar viel.
“Wat is er?” vroeg hij.
“M’n moeder is ziek en ik kan m’n huiswerk niet maken, want ik moet het huishouden doen.”
“Wat heeft je moeder?”
Ze begon te huilen en hij wist dat hij haar niet mocht troosten door haar aan te raken of haar armen om haar heen te slaan.
“Wil je niet zeggen wat je moeder heeft?”
Haar ogen waren dichtgeknepen; hij hield van deze weerloze grimas.
“Zal ik er juffrouw… Joke bijhalen?” vroeg hij.
“Nee… Joke begrijpt mij niet!”
“Kan je mij zeggen wat er precies met je moeder aan de hand is?”
Ze schudde nee en haalde haar schouders op.
“Het… is… heel erg,” zei ze tenslotte.
Haar gouden haar, de lijn van haar schouders, haar borsten die hij wilde voelen, en hij kon nauwelijks de wens weerstaan zijn hand op haar buik leggen; hij deed expres een stap achteruit.
“Hoe kan ik je nu het beste helpen?”
Opeens keek ze hem aan alsof de vraag haar had wakker gemaakt.
Ze dacht lang na en hij merkte dat haar betraande ogen hem onderzochten.
“Ik mis…” Ze maakte de zin niet af.
“Wat mis je?”
“Ik mis mijn vader.”
Hij knikte en deed weer een stap achteruit uit angst dat ze in z’n armen zou vallen.
“Dat gemis kan heel erg zijn… Hij is een jaar geleden gestorven, is het niet?”
“Ja.”
Maar…,” hij wist dat hij dezelfde vraag ging stellen, “Hoe kan ik je helpen?”
Hij ging naar zijn tas en pakte een pakje papieren zakdoekjes.
“Hier,” zei hij.
Ze trok er één uit en depte haar ogen. Op de zakdoek bleef mascara achter.
Er zou geen antwoord komen, en dus zei hij: “Je moet sterk zijn. Later, als je terugkijkt op deze periode, zal je merken…” Het zakdoekje legde ze op zijn bureau en hij vervolgde: “… dat deze periode belangrijk voor je is geweest.” Hij haatte zijn holle woorden.
Opeens ging de deur van het lokaal open en Antoine stond in de deuropening. Jonge blonde god in basketballbroek en wit t-shirt.
“Kom je!” vroeg hij, “Dan breng ik je thuis.”
Terwijl haar gezicht draaide van droevig naar blij, zei ze: “Ja!” en liep de klas uit zonder te groeten.
Hij pakte de zakdoek en stak die in zijn zak, dacht even na, haalde hem eruit en gooide hem in de prullenbak. Hij pakte zijn tas, liep naar de deur, toen terug en viste de zakdoek eruit en stak die in zijn zak.
De column van Koos
MEESTER: Hartverscheurend. Shakespeare tragedie in één A4-tje. Om klassikaal te lezen!
En als je juist weerzin voelt om mee te doen, alleen omdat iedereen het gaat doen? Is dat hetzelfde maar dan anders?