Lieve M.J.
Hier weer een zonnige brief met koude inhoud; tussen de zinnen waait een gure wind, lijkt het. Het is de tocht van angst, teleurstelling en verwondering.
Mooi hè, zoals ik dat schrijf?
In mijn verhalen fluit de dood altijd een vrolijk deuntje mee in a-mineur, maar in mijn brieven scandeer ik meestal iets schijnheiligs over het leven. Mij is hypocrisie, als smeerolie tussen menselijke betrekkingen, namelijk ook niet vreemd. Mijn vrienden vallen al bij bosjes om en zelfs de hond wil af en toe niets meer van me weten. Met treurigheid, haat en afschuw, wanhoop en verdriet maak je geen vrienden. Integendeel.
Zojuist weer een paar antisemitische mails gekregen. Ofschoon ik geen Jood ben, word ik wel zo neergezet en meteen aangesproken met ‘jullie.’ Door mijn lieve lezers zou je mij ‘een tot Jood gemaakte’ kunnen noemen. Lieve lezers waarvan sommigen ervan genieten om mij niet rechtstreeks te kapittelen, maar om meteen op mijn ontslag aan te dringen bij de hoofdredactie. (Om vervolgens, als de hoofdredactie dat niet direct doet, de hoofdredactie van alles te beschuldigen. )
Het is vreemd, mijn tegenstanders ‘argumenteren’ steeds op dezelfde wijze.
Ik zeg: Israel is in oorlog met Hamas.
Tegenstanders: Dit is geen oorlog, dit is genocide.
Ik: Oorlog zou je kunnen definiëren als het constant begaan van oorlogsmisdaden aan beide kanten.
Zij: Deze oorlogsmisdaden bewijzen dart het genocide is, je zegt het zelf.
Ik: Maar Hamas pleegde ook genocide, het staat zelfs in hun handvest en ze zeggen het nog steeds: Ze willen dat Israel niet bestaat en de Joden de zee in drijven.
Zij: Israel pleegt nu genocide.
Ik: Hoe moet ik de leus From the river to the sea, Palestine must be free anders interpreteren dan dat ze niet willen dat Israel bestaat? Daarmee spreken ze de wens uit genocide te willen plegen. Kortom: Hamas wil genocide. Iran wil genocide…
Zij: Maar Israel pleegt genocide.
Ik: Omdat ze willen blijven voortbestaan moeten ze constant vechten.Oorlogvoeren! Dat is geen genocide.
Kortom: het is onmogelijk elkaar te overtuigen. We hebben de definities van begrippen als oorlog en genocide zo aangepast dat we elkaar niet meer kunnen begrijpen. Sommige woorden gedragen zich als contactgestoorden; je wil wel, maar kan geen contact met ze maken.
Voordat je het weet zit je als het gaat over Gaza en Israel te praten over wat er in de Bijbel staat. Ik sluit niet uit, heb ik al een paar keer beweerd, dat ik volkomen fout zit met mijn opvattingen en dat mijn kind en kleinkinderen moeten leven met de schaamte dat hun opa aan de verkeerde kant van de geschiedenis is terechtgekomen, maar tot op heden blijf ik bij mijn mening, al vind ik elke vorm van oorlogsgeweld verschrikkelijk. Hamas toont geen intentie de gijzelaars allemaal terug te geven, en dus heeft Israel een reden om de strijd keihard voort te zetten. Ideologisch zit Hamas er zo in, volgens mij: ons leven heeft alleen zin als Israel niet meer bestaat en alle Joden dood zijn of zich aan ons onderwerpen.
Tja…
Mijn zingeving is anders, zei dominee Holman.
Dertig jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik vrienden zou verliezen omdat ik voor vaccins tegen covid - en voor Israel zou zijn.
Het is niet anders. Vriendschappen sterven, vrienden sterven, de aarde gaat dood en de mens uiteindelijk ook. (Ik kan mezelf altijd geweldig in een depressie schrijven!)
Ik vond het leuke vragen vroeger op de middelbare school van mijn geschiedenisleraar mijnheer Piet Schra: “Zouden we Alexander de Grote nu een fascist vinden of niet? En waarom of waarom niet?’’
Het uur daarna, Latijn, vroegen we aan mevrouw Katwijk - Knapp: “Was Julius Caesar niet eigenlijk een fascist?’’
Mijn schooltijd zat vol met zulke vragen: “Is de uitvinder van het geweer niet een oorlogsmisdadiger?’’ Het waren de beginjaren zeventig. We experimenteerden met drugs en ik weet nog dat ik na een suikerklontje met lsd de stofzuigerslang van de stofzuiger die in de kast stond herkende als een wapen waarmee ik alles en iedereen zou kunnen uitmoorden en daarom was ik bang voor het ding.
Nou moet ik me buigen over de vraag of Trump niet eigenlijk een fascist is of een nazi? (Nee, nog niet.) En of Netanyahu dat ook niet is. (Nee, denk het niet.) En Wilders dan? (Ook niet, volgens mij.) En Frans Timmermans ook niet, en Bontebal van het CDA ook niet. Alleen over die kolerelijer van Denk twijfel ik nog, maar vooralsnog geef ik hem the benefit of the doubt. Nazisme en Fascisme hebben hun hun gewicht verloren en zijn helaas helaas geen zware beschuldigingen meer. Het zijn ook contactgestoorde woorden geworden.
Hoe die geesten weer terug in de fles te krijgen? Geen idee.
Terwijl ik je deze brief schrijf, hoor ik op de achtergrond de radio.
Ach ja, onze vaderlandse politiek wordt behandeld… Zielig. Ik bedoel, waar de rest van de wereld politieke orkanen en mensonterend onweer tracht te bestrijden, steken wij een kapotte paraplu op tegen een lintjesregen. Het geeft plaatsvervangende schaamte. Het is je vader in z’n onderbroek die met je moeder in haar pyjama een walsje danst. Je snapt wat ik bedoel.
Ik moet de laatste tijd denken aan die filmpjes rond de Tweede Wereldoorlog. Je ziet het krachtige Duitse leger, het stoere Amerikaanse leger en het fatterige Engelse leger en opeens komen er een paar militairen voorbij die in 1790 geboren lijken op roestige fietsen naar het front trappen. Zielig, zoals ik al zei. We zijn te klein voor fysieke macht, geestelijk kunnen we mee, want we zijn best slim, maar er zal nooit echt naar ons worden geluisterd. Nederland is Denemarken, als je begrijpt wat ik bedoel, zeker in de ogen van Amerikanen. Maar ook in de ogen van alle andere landen in een wereld. Ik moet ook altijd enigszins lachen als ik hoor dat we wat ‘vaderlandslievender’ moeten zijn. Tja, best, maar wat doe je dan? Ik zou het niet weten. Nederland op 1. Wat betekent dat? Nou ja, daarover denken vind ik al idioot. Ik ben uit de tijd dat nationalisme uit den boze was. Want de bron van het fascisme. Dus als ik er mijn gedachten over laat gaan, voelt dat onwennig. Ik heb het al eens eerder gezegd: Ik voel me meer Amerikaan, of Fransman of Italiaan, of Engels dan dat ik me Hollander voel. Maar een klein deel van mij voelt zich thuis in de Nederlandse cultuur. De oorzaak daarvan is dat ik juist een Hollander ben; door kleinheid gedwongen meerdere talen te leren en me in meerdere culturen te verdiepen.
En nog schiet ik ernstig tekort.
Ik weet niets van economie. Hoe moet ik mij in godsnaam een oordeel vellen over wat Trump aan het doen is? Is het goed voor Amerika? Zo ja, dan begrijp ik het wel. Ik heb er niet zo’n oordeel over en als ik er een oordeel over zou moeten vellen dan zou ik leunen op een econoom die ik ken of vertrouw. Dat doe ik eigenlijk met alles. Niet verder vertellen.
Tot slot verheug ik me op de kwade tijden die we gaan krijgen, want dan blijft de pen vanzelf in beweging. Opwinding maakt uiteindelijk droevig. Dat wel. Is in de liefde ook zo.
Leve Israel, leve Oekraïne, leve Nederland, - zo vaderlandslievend genoeg?
Je slordige vriend.
P.S. Morgen meer.
Nou ja, dat inderdaad: “vooralsnog geef ik hem the benefit of the doubt”. Al heeft ie lang geleden wel afscheid genomen van het fatsoen.
Geweldige column Theodor, jezelf steeds vragen blijven stellen is het beste wat we kunnen doen. De toekomst zal ons leren wat het beste antwoord was.