In de vorige aflevering kwam Amadeo bij in het ziekenhuis. Een dokter wilde niets weten waarom men Amadeo’s middelvingers had afgeknipt, maar hij wist genoeg. Ook begrepen we dat Mario ondertussen een seksuele relatie had aangeknoopt met Lydia. Was dat nu wel verstandig? Hij merkte dat Lydia onrustig was, ze huilde steeds…
20.
‘’Waarom huilde je, Lydia?’’ vroeg Mario.
‘’Ik huilde niet, zei Lydia.’’
‘’Huilde je… omdat je van me houdt… Zeg het maar eerlijk.’’
‘’Nee, ik hou niet van je.’’
‘’Je mag het best zeggen… Ik vind het niet erg…’’
‘’Ik hou niet van je, Mario.’’
‘’Het leeftijdsverschil tussen ons vind je niet erg?’’
‘’Dat vind ik ook niet.’’
‘’Toe dan, Lydia… Ik weet dat je van me houdt… lieve schat… ‘’
‘’Nee, Mario.’’
‘’Waarom wil je dan zo obsessief met mij de liefde bedrijven, lieve schat… Dat is toch een teken dat je van me houdt. Seksualiteit verbindt ons.’’
‘’Ik weet het niet… Misschien huil ik daarom wel.. Omdat ik niet van je houd.’’
‘’Ik moet nu weg, poesje… Ik moet naar de set…’’
En opeens rende ze de deur uit.
Intuïtie.
Mario wist dat Lydia voor de helft de waarheid sprak.
Hij had gezien dat ze niet loog toen ze vertelde dat ze niet van hem hield.
Maar waarom wilde ze hem dan?
Hij had ook gezien dat ze loog toen het over haar vader ging.
Buscemi was hier belangrijk, maar in het grote netwerk was hij ook maar een kleine schakel; Mario wist dat zijn invloed met de grote politici alleen groot was als hij geld meebracht. Geld of meedogenloosheid. In feite had Buscemi te weinig van het een en te veel van het andere. Als je met meedogenloosheid je hypotheken afbetaalt, maak je tegelijkertijd te grote morele schulden.
Intuïtie. Misschien grenst intuïtie aan helderziendheid. Toen Mario - vlakbij de filmset - Paolo zag, die hij jaren niet had gezien, maar met wie hij als kind en jongen vaak gespeeld had, wist hij dat het slecht nieuws betrof.
‘’Paolo… wat leuk om je te zien… je bent niets veranderd… Pak een bal en we gaan voetballen…’’
‘’Mario. Je bent beroemd geworden.’’
‘’Wat aardig van je om te zeggen. Was je maar filmcriticus, of filmproducent, regisseur.’’
‘’Wat?’’
Mario begreep opeens weer dat Paolo heel lief was, en boerenslim, maar gebukt ging onder weinig begrip voor de grote wereld.
‘’Was je maar rijk, bedoel ik, en maakte je maar films, dan kon je me rollen aanbieden, bedoel ik.’’
‘’O ja…’’
‘’Hoe wist je dat ik hier was… Op deze filmset?’’
‘’Daar kom ik voor,’’ antwoordde Paolo.
‘’Wat bedoel je?’’
‘’Ik wist dat je hier was.’’
‘’Ja… hoe wist je dat?’’
‘’Door Amadeo.’’
‘’Amadeo?’’
Het was of het pistool in de binnenzak van Mario kon praten en hem met een kleine stem waarschuwde: ‘’Nu uitkijken, Mario. Waarom weet ik niet. Maar nu uitkijken.’’
Paolo was nerveus.
‘’Ik heb je iets belangrijks te zeggen, Mario.’’
‘’Zeg dat dan, Paolo.’’
‘’Amadeo ligt in het ziekenhuis. Buscemi heeft zijn beide middelvingers afgeknipt. Amadeo vroeg me dat aan jou te vertellen.’’
Er kwam een grimeuse op Mario af en die vertelde hem dat hij moest opschieten.
‘’En je moet ook nog douchen, Mario, want je stinkt, naar zweet, of iets anders,’’ zei ze.
Paolo keek naar de grimeuse en zei bewonderend: ‘’Ik heb nog nooit zo’n mooie vrouw gezien.’’
‘’Net zo saai als ze mooi is, Paolo.’’
‘’Net zo saai als ze mooi is,’’ herhaalde Paolo, en begon toen te lachen.
Eindelijk vielen de jaren weg.
‘’Hoe is het met Amadeo,’’ vroeg Mario.
‘’Slecht. Doordat hij twee vingers mist, is hij zijn evenwicht kwijt, zegt hij.’’
‘’Waarom heeft Buscemi zijn middelvingers er af gesneden?’’
‘’Omdat Amadeo volgens Buscemi iets had met Lydia, zijn oudste dochter.’’
Mario knikte.
‘’Ik zal hem een bezoek brengen,’’ zei Mario, ‘’ik moet nu opnemen.’’
‘’Mag ik blijven kijken?’’ vroeg Paolo.
‘’Natuurlijk.’’
Brief.
Veel dialoog. Ik was lekker bezig. Ik hou van dialogen. Behoorlijk wat regisseurs willen juist geen dialoog. Ze vinden dat een dialoog eigenlijk geen dramatische invloed hebben. Dat moet in een boek juist wel, en dat is dan ook het verschil tussen een boek en een filmscenario. In een filmscenario is het: Don’t tell, show. Maar ik hou van praatfilms. (“Praatfilms zijn frans!” hoorde ik in New York). Uren hebben Van Gogh en ik daarover gediscussieerd. Dialoogfilms hebben het voordeel dat de productie een stuk goedkoper kan. Aangezien wij altijd weinig geld hadden, moest het zo goedkoop mogelijk. Dus: scherpe dialogen! Maar dat had ook weer een ernstig gevaar. Waar spelen zich die dialogen af? Wanneer twee mensen met elkaar ergens spreken, krijg je al snel dat het ‘effe lekker zitten’ wordt. Een scène in een keuken: de spelers zitten. De volgende in de kamer: de acteurs zitten. De daarop volgende scène op een kantoor: iedereen zit. De vergadering: weer zit iedereen. Gevolg: weinig beweging. En film juist beweging is. Komt bij: veel locaties maken een film duur. Daar moet je dus iets op vinden. Vandaar dat je bij een dialoogfilm ook veel geloop ziet. Men loopt als men met elkaar spreekt over de velden, in een dierentuin, door de stad en een hoogst enkele keer zit men tegenover elkaar. (Om de kosten laag te houden dus altijd in openbare ruimtes.) Je kunt ook zitten in een restaurant. Maar dan moet er iets gebeuren. De ober komt langs, er komt een vriend of vriendin aanschuiven. In een boek heb je dat probleem niet. We kunnen heel saai tegenover elkaar zitten, en dan kan ik de gedachten van de personages beschrijven, de omgeving, de kat die in de hoek van de keuken zit en aan een vriendin doet denken, etc.etc. De lens is net zo rijk als de pen, maar is toch een andere pen. In de dialogen hierboven kan ik van alles uitbreiden. Dat doe ik niet, omdat ik tempo wil en ik wil ook dat u, de lezer, de mensen ‘hoort’ en ‘ziet’ praten. En vooral in deze literaire romcompornoBouquetthriller hoor je veel dialogen te schrijven.
Tot morgen.
O ja, nog even de column van Koos:
Tot subcsribes.
Vandaag nog spannender