Wat ging vooraf: Amadeo wordt door onbekenden in elkaar geslagen en zijn middelvingers worden er afgeknipt waarna hij bijna flauwvalt. Maar vlak daarvoor ziet en hoort hij dottore Buscemi die hem vertelt… af te blijven van zijn dochter Lydia met wie Amadeo dus geen verhouding heeft. Hij wordt niet geloofd. “Lydia vertelde dat ze vannacht bij je was,’’ zegt de dottore Amadeo valt flauw en zijn middelvingers worden op zijn borst gelegd.
18.
Amadeo werd wakker in het ziekenhuis in Perugia.
Hij voelde een kloppende pijn in beide handen.
Om die handen zaten grote verbanden. Infusen staken in zijn armen.
Hij had ook hoofdpijn, pijn in zijn schouder en in zijn knieën.
Een deur ging open.
‘’Zuster, ik ben wakker… Wat is er met mij?’’
‘’Probeert u maar nog wat te slapen… De dokter komt zo.’’
‘’Hoe ben ik hier terecht gekomen?’’
‘’De dokter komt zo.’’
Amadeo wilde zich wat oprichten, maar dat ging niet.
Hij viel half in slaap en droomde dat hij het graf van zijn moeder kuste. Op het moment dat hij meende de stem van zijn moeder te horen, ontwaakte hij, want de deur zwaaide weer open en er kwam een dokter met een andere verpleegster aan.
‘’Hoe komt ik hier?’’ vroeg Amadeo.
‘’Gebracht,’’ zei de dokter. Amadeo hoorde enig sacherijn in zijn stem.
‘’Door wie?’’
‘’Ik wil er niets mee te maken hebben, ‘’ zei de dokter.
‘’Maar hoe kom ik hier? Ben ik hier gebracht met een auto of…’’
‘’U vindt dat blijkbaar belangrijker dan dat u beide middelvingers mist! U weet vermoedelijk wie dat om welke reden heeft gedaan, en ik weet dat ik me daar niet mee moet bemoeien.’’
‘’Waarom hebben ze me niet laten sterven?’’ vroeg Amadeo. Zijn stem klonk klein.
‘’Ze zullen u nog nodig hebben…’’ zei de arts. Ondertussen was hij dicht bij Amadeo gaan staan.
‘’Ze hebben u een waarschuwing gegeven…. De laatste… Dat weet ik. Ik heb hier veel patiënten zoals u gehad. Soms misten ze een hand. Dan was er geweld in het spel geweest. Als ze hun middelvinger misten, betrof het de liefde. Twee middelvingers heb ik nooit gezien… Maar dat weet u ongetwijfeld. U bent hier trouwens gebracht met een auto waar ze u uitgegooid hebben.’’
‘’U moet iemand voor mij waarschuwen… Dat ik hier lig… ‘’
Amado gaf de naam en het telefoonnummer van Paolo.
19.
Intuïtie.
Mario vond dat, als acteur, het wonderlijkste fenomeen dat hij kende.
Een regisseur had eens tegen hem gezegd: ‘’Mario, je moet voor deze rol leunen op je intuïtie. Niet daar op vertrouwen.’’ Hij begreep het niet, tot hij met zekerheid ging spelen wat hij vermoedde dat hij moest spelen.
Leunen op je intuïtie; er zijn zoveel bomen waartegen je kunt rusten, maar je intuïtie kiest er één. Ga je nadenken over welke boom je het meeste schaduw biedt, dan heeft de zon zich alweer verplaatst.
In alle facetten van zijn leven liet Mario zich leiden door zijn intuïtie. Dat kwam door zijn vader, dacht hij, die elke logica ontbeerde. De man deed maar wat en leek verliefd op zijn eigen immorele gedrag; de misdaad verschafte hem een aanzien die hij door zijn geringe intelligentie misschien nooit zou hebben gehad. Mario herkende het, hoewel hij ook wist dat hij intelligenter was dan zijn vader. Zijn vader was echter slimmer - door zijn intuïtie. ‘’Ik denk met mijn neus,’’ zei zijn vader wel eens.
Van zijn moeder had hij zijn intelligentie en acteertalent geërfd.
Het was zijn intuïtie die Mario ingaf zijn pistool te pakken. Het was het pistool van zijn vader; het was zijn intelligentie die hem deed twijfelen het ding in zijn zak te stoppen.
‘’Er is geen reden voor een pistool,’’ zei hij tegen zichzelf, ‘’niemand bedreigt mij, niemand heeft het tot op heden op mij gemunt.’’
Maar het was of zulke zinnen hem juist het motief gaven om zijn pistool in de binnenzak van zijn lange jas te stoppen.
‘’Zeg me, intuïtie, ga ik nu ook een mens doden?’’
Hij voelde een siddering en vroeg zich af of hij dat zou kunnen.
Hij wilde weten hoe de siddering te duiden.
Op dat moment werd er op de deur van zijn hotelkamer geklopt.
Hij dacht dat het de regisseur zou zijn, maar vroeg toch: ‘’Wie is daar?’’ Hij voelde het pistool tegen zijn borst drukken.
‘’Ik moet dat ding weg doen, ik word er neurotisch van!’’ dacht hij, maar hij liet het zitten.
‘’Ik ben het,’’ hoorde hij.
Hij opende de deur.
‘’Lydia… wat fijn dat ik je zie… Ik moet alleen… ik moet mijn rol… ik moet…Ik word verwacht voor een nightshoot.’’
Hij zag dat het meisje had gehuild. Ze was ook bezweet.
‘’Wat is er?’’ vroeg hij.
‘’Niks… Ik wilde jou zien…’’
‘’Je bent angstig… bezweet… wat is er, Lydia?’’
‘’Niks…’’
‘’Vertel!’’
‘’Mijn vader…’’
Intuïtief greep Mario naar zijn binnenzak als naar zijn hart.
‘’Heb je je vader over ons…’’
‘’Nee, nee, natuurlijk niet…. Ik kijk wel uit.’’
‘’Wat is er dan met je vader?’’
Mario kon door zijn vak vele gezichtsuitdrukkingen lezen.
Lydia besefte ineens iets. Iets wat ze beter achter de tanden kon houden. Ze begreep ook dat ze desondanks tegen Mario iets moest zeggen over haar vader.
‘’Mijn vader…. moet je niet ontmoeten als hij kwaad is…,’’ zei ze, ‘’Hij heeft ontdekt dat ik er vannacht niet was… En was kwaad.’’
‘’Heb je hem verteld dat je bij mij was?’’
‘’Nee, dat zeg ik toch… ik vertelde hem… dat ik was wezen dansen in Paradiso… Dat geloofde hij.’’
‘’Nee, dat geloofde hij niet,’’ dacht Mario, maar zweeg.
‘’Vrij met mij, Mario… Vrij met me…’’
‘’Ik kan niet, ik…’’
‘’Vrij nu met me… Ik wil je pijpen… Laat me je pijpen… Alsjeblieft ’’
Ze begon te huilen.
Langzaam knoopte hij zijn broek open.
Hij besloot zijn lange jas aan te houden.
Brief
Schema’s. Ze kunnen allemaal de prullenbak in. Ik ben nu op de helft, denk ik. En ik vraag me af of ik niet toch het een en ander beter moet uitleggen. Nou ja, dat komt wel als een uitgever er een boek van wil maken. Voor een schrijver is vaak alles duidelijk, maar voor de lezer niet. Misschien maak ik wel een eigen beheer-uitgave van. Voor hen die zich op mij abonneerden. Een zeer kleine oplage dus. Ik denk dan ook aan een pseudoniem. Iets italiaans. En dan doe ik er ook mijn ‘backstories’ bij, die een soort ZKV’s zijn. (Zeer Korte Verhalen.) Vandaag ben ik trouwens in Tuoro op locatiebezoek geweest, maar omdat ik allemaal mensen sprak (ik kom hier al tien jaar) ben ik vergeten foto’s te maken. De locaties zitten in m’n hoofd, en ik weet eigenlijk niet of je iets moet ‘zien.’ Alhoewel ik dat wel doe met ‘Lydia.’ Zo’n meisje is het in mijn fantasie. Maar ook weer niet. U moet me maar niet kwalijk nemen dat ik constant moe ben. Dit is mijn vakantie en ik rust niet echt uit. En ik heb ook zorgen over het wereldgebeuren, wat je kunt merken aan mijn columns die ik nog schrijf voor Het Parool. Dus in mijn leven is veel opwinding. Ik wind me op over Oekraïne en Rusland, ik wind me op over Israel en Gaza. Ik wind me op over de Haagse politiek, over Amsterdam… Opwinding heeft iets dubbelzinnigs. Je wordt er moe van en het geeft energie. Ik geloof dat ik oudehoer.
Tot morgen. Eerst nog wat bijvangst. Uit Het Parool:
A domani
Dank iedereen voor lezen aflevering 10 alweer. We zijn op de helft. Het verhaal vordert
Mooie column over slachtofferschap. En over de hiërarchie erin. Die twintig miljoen Russen moet zijn 'Sovjets', want daar waren ook Oekraïners, Georgiërs, etc. onder. Ik was gisteren bij symposium over slavernij. Daar bleek mij dat de nazaten van Transatlantische slaven veel meer slachtoffer zijn dan die "van de Oost".