Korte inhoud van het voorafgaande: In Tuoro, bij het Trasimeense meer, is een moord gepleegd op een jonge vrouw. Het werd ontdekt door een boer. In de volgende scène ontmoeten we op een set acteur Mario, zijn tegenspeelster Kelly Winter (die eigenlijk Agostina Bocca heette en reghisseur Luigi. De sfeer tussen Mario en Kelly is slecht. De eerste aflevering eindigt met de vermoedelijke arrestatie van Mario. In de volgende scènes komen weer nieuwe locaties. Maar dat leest u wel.
3.
‘’Nee, nu moet jij een woord maken met een m…’’
‘’Mamma,’’ zei Amadeo onmiddellijk. Hij vermeed het haar naam te noemen.
Ze lagen op zijn bed waarop een oud matras lag waardoor twee lichamen altijd naar elkaar toe vielen; dat was ook de reden waarom Amadeo geen nieuw wilde kopen.
‘’Nee, niet mamma…’’ Haar stem leek te huilen. Nu was die huiltoon ook wel in de mode.
‘’Maria dan.’’
‘’Neehee!’’
’’Mode?’’
‘’Ja, mode is goed,’’ zei ze, ‘’En nu moet ik dus een woord maken dat begint met een e.’’
‘’Einde,’’ dacht hij, maar hij zei niets en lachte.
‘’Erectie!’’ zei ze en lachte.
Hij lachte ook, maar meer om zijn schaamte te verdoezelen.
‘’Dat woord eindigt ook met een e,’’ vervolgde ze, ‘’ dus nu moet jij ook een woord met een e verzinnen…. Erectie mag niet…’’
Hij ging het bed uit en deed zijn onderbroek aan.
‘’Je hebt dikke billen,’’ zei ze.
‘’Vergeef me, Miranda.’’
‘’Ik vergeef je alles… dat weet je,’’ zei ze.
Hij vond die zin eigenlijk niet bij haar passen.‘’Ik vergeef jou ook alles, ‘’ zei hij. Op die leeftijd - 13 jaar - viel er eigenlijk nog niets te vergeven.
Hoewel, hij nam haar van alles kwalijk, maar de enige die iets viel kwalijk te nemen was hijzelf.
Hij liep naar de keuken om een espresso te maken.
‘’Genot is een duivel,’’ dacht hij, ‘’en vermoedelijk is hij getrouwd met Ongekende Schoonheid. Beiden zouden de wereldheerschappij kunnen bezitten, en het is vreemd waarom ze die niet hebben. Misschien komt het, omdat de meeste mensen te goed zijn voor de duivel, en schoonheid niet herkennen.’’
Hij nam haar vooral haar schoonheid kwalijk.
‘’Verzin nou een woord met een ehee!’’
Een foto van Oscar Wilde die op het omslag van een goedkope editie van Het portret van Dorian Gray stond bekeek hij dit keer iets langer. Straks zou hij in Perugia college geven. Hij zou zijn studenten vertellen over Shakespeare, Wilde, Walter Pater en John Ruskin en hij zocht alvast de boeken bij elkaar die hij nodig had. Hij twijfelde over A Romantic Agony van Mario Praz, maar stopte het boek wel in zijn leren tas.
Natuurlijk keek Oscar Wilde arrogant, verwijfd en zelfvoldaan, maar de arrogantie was gespeeld, zijn verwijfdheid een vorm van onzichtbare eerlijkheid en de zelfvoldaanheid was eveneens een pose, - elke andere pose zou hem zwak hebben doen overkomen.
Hij zou vandaag over het eerste hoofdstuk van Dorian Gray vertellen. Over hoe daar de filosofie van het hedonisme en schoonheid in spitse dialogen werd uitgelegd. Over de tegenstelling John Ruskin en Walter Pater en hoe Oscar daar tussen zat.
Zij stond ook op.
Naakt liep ze door zijn keuken. Hij vond dat hij min of meer de plicht had te zeggen dat ze zich aan moest aankleden, maar hij deed het niet, want zoals hij haar nu zag, wilde hij haar blijven zien. Het was banaal, en het deed hem pijn, want hij wist dat hij deze schoonheid eens zou moeten missen.
Het was ook Verboden Schoonheid, wist hij. Zij: te jong. Hij: te oud. Het verschil: veertig jaar. Zulk leeftijdsverschil maakt liefde tot een leugen.
‘’Als ik weg ben…,’’ begon hij.
Ze viel hem in de rede: ‘’Ja ja, ik weet het… dan moet ik naar huis, en als ik iemand tegenkom, moet ik zeggen dat ik je huisje heb schoongemaakt.’’
Hij liep langs haar naakte lichaam. Hij wilde haar wéér, maar hij had geen tijd. Hij opende zijn klerenkast en pakte zijn lichtbeige pak.
‘’Saai,’’ zei ze.
‘’Ik wil er op de universiteit behoorlijk uitzien,’’ zei hij.
‘’Saahaahaai!!’’
Amadeo verbaasde zich dat een meisje dat hij dertien jaar geleden op één hand had laten balanceren, was uitgegroeid tot iets wat hem tot een onbeheersbaar, ontembaar wezen maakte dat hij soms verafschuwde.
4.
In Bar Zucchini werd er geklaagd over de olijfolie. Die was dit jaar van slechte kwaliteit door het wisselvallige weer.
Paolo, die vijf seizoenen profvoetballer geweest en tegelijkertijd zijn vader op de boerderij hielp, en na zijn sportcarrière de Landbouwschool had afgelopen, was nu een man van vijftig en had geen zin in het gesprek. Hij was stil. Te stil.
‘’Hebben de fascisten weer verloren?’’ vroeg Francesco die de bar schoonmaakte.
‘’Nee,’’ zei Paolo,’’ Lazio heeft gewonnen. 4-3 tegen Milan.’’
‘’Dan heb je zeker slecht geneukt.’’
‘’Zoiets…,’’ zei hij, en hij vroeg weer om een espresso. Toen die gebracht werd vroeg hij: ‘’Amadeo nog gezien?’’
‘’Nee,’’ zei Francesco,’’ die zal zijn colleges aan het voorbereiden zijn. Hij is weer begonnen.’’
‘’Hij is een tijd niet hier geweest.’’
‘’Hij werkt hard. Hij schrijft. Aan een boek.’’
‘’Aan een boek…Waarover?’’
‘’Weet ik veel… Ga jij het lezen dan?’’
De mannen glimlachten.
Paolo dronk zijn espresso en stond op.
Hij wist niet of het Francesco moest vertellen of niet. Francesco was niet van hier. Het zou hem misschien niets zeggen. En hij wist niet of hij haar kende.
Niemand van hier kende haar meer, behalve Amadeo.
Hij liep de heuvel af naar zijn boerderij. Hij kwam langs het huis van Amadeo. Hij zou een briefje in de bus kunnen doen, maar hij schaamde zich voor zijn handschrift en voor de eventuele fouten die hij in de de woorden zou kunnen maken.
Wel keek hij naar binnen omdat er een raam open stond.
Hij zag niets dan boeken.
Het vervulde hem met respect voor zijn vriend. En hij voelde een een vorm van minderwaardigheid.
Hoewel… Hij wist andere dingen.
Hij liep naar zijn eigen huis.
Eenmaal binnen keek hij expres niet naar de brief die op de tafel lag.
Hij moest het aan Amadeo vertellen en daar zag hij tegenop.
Zijn blik werd trouwens getroffen door iets wat hij in de verte zag.
Zwaailichten.
Onrustige zwaailichten.
Als vlinders die achterna werden gezeten.
Hij hoorde nu ook het snerpende geluid van sirenes dat door het dal zo vervormd werd dat het leek of ze van verschillende kanten kwamen.
‘’Dood,’’ dacht Paolo,’’er is overal dood.’’
Ansicht
Ik doe hier vandaag alleen dit merkwaardige experiment waar ik nu al spijt van heb. Maar ik ga door. Vanmorgen veel te vroeg opgestaan en Koos uitgelaten en nadenken over de volgende scènes. Koffiegedronken met een croissant con crema. Wereldnieuws nauwelijks gevolgd. Ik hou u verder van alles op de hoogte.
Doet me denken aan 'Het geluk hangt als een druiventros' van het echtpaar Scharten-Antink. Totaal vergeten hoe dat boek eigenlijk is. Gelezen voor mijn lijst een eeuwigheid geleden. Maar de herinnering aan de titel kwam ineens naar boven. Het zal wel het Italiaanse platteland zijn. In het koninkrijk Italie was de seksuele meerderjarigheid van een vrouw bij 15 jaar. Onder Mussolini werd dat verlaagd naar 12 jaar. Daarna uiteraard weer verhoogd. Goh, en dat in combinatie met Scharten-Antink. Het brein is wel op dreef vanavond.
Daar heb je hem alweer, de pedoleraar. Maar dat heb je met cliché's, die horen net zo goed bij echte literatuur als puisten bij een puber. Dan hoop ik toch dat de narcist nog stijlvol bevredigend zal boeten voor zijn kindermisbruik [puntje puntje puntje]