Lieve Lieverd,
Hoe gaat het eigenlijk met mij? Dat wil je vast weten. Nou, ik wist niet dat woede, haat en lust tot wraak zoveel energie konden geven, terwijl ik me tegelijkertijd doodmoe en depressief voel. Natuurlijk baal ik nog steeds dat ik niet meer schrijf voor Het Parool. Maar goed, ik zwijg er verder over, anders lees je elke week deze van traanvocht druipende zieligheidsverklaring.
Nee wacht, ik zwijg er nog even niet over.
Werd ik op straat eerst uitgescholden voor ‘zionist!’, nu zijn er ontzettend aardige lieve schatten - het was er één, maar toch - die mij toeschreeuwde: “Goed dat je bij die krant weg bent, lul!” Dat je zoiets vindt, begrijp ik. Maar waarom wil je dat over straat schreeuwen? En dan snel wegfietsen…
Ja, ik heb verloren en zij hebben gewonnen, dat is waar. Het vervolgens welbewust kwetsen lucht mensen op en geeft ze een fijn gevoel. Alledaags sadisme. Als kwetsen, pijnigen, doden, geen prettige gevoelens zouden opwekken, zou de lust tot vechten vergaan en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Ik zou best zo’n kerel die mij uitscheldt, een flinke verbale schrobbering willen geven, maar zelfs als dat zou kunnen, zou ik me beheersen (hoop ik). Ik denk dat beschaving alleen maar bestaat bij de gratie van beheersing; door dingen niet te doen die je wel zou willen. Er zijn wensen, strevingen en gedachten die geheim moeten blijven omdat ze agressie opwekken bij jou en bij de ander als je ze uit.
Ik heb nu tweemaal vanaf een (grote) afstand (niet verder vertellen) die Palestijnse demonstranten kunnen bekijken. Ik zag ze steeds agressiever worden (ik voelde mijn eigen agressie trouwens ook groeien) omdat ze meer van dat geluksgevoel wilden. Agressie als ketamine. Moordlust is een nog betere drug. Massamoord is LSD on the rocks. Genocide, nog beter, alsof je ergens in het heelal verblijft. De ander het grootste kwaad toedichten rechtvaardigt vervolgens wat jij wil vernietigen en de mensen die jij wil molesteren. Het roepen alleen al van ‘genocide!’ vervult je met heerlijkheid. Ik kon de wisselwerking zien tussen agressie en moraal. Anders gezegd: Hoe agressiever de demonstranten werden, hoe meer ze hun eigen moraal misbruikten voor hun gewelddadig optreden. “From the river to the sea, Palestine must be free!” was hun oproep, hun gebed, hun drijfveer en tegelijkertijd het fundament van hun moraal. Het klonk luider en luider en dus werd er meer vernield en gemolesteerd. Hetzelfde met de leus ‘Death to the IDF!’ Een strijdlied dat tot moordlust oproept en opwekt - het ritme dat de trance bewerkstelligt waarin je jezelf niet meer bent.
Misschien kan het je allemaal niks schelen, lieverd. Dat kan ik me goed voorstellen en is misschien wel verstandig. Ik dank mijn carrière en een deel van de ondergang daarvan aan mijn engagement; betrokkenheid geeft zeker richting aan je leven; je kunt zomaar de verkeerde kant op lopen en in de gracht terechtkomen. Of je valt zomaar. Je ten val brengen als je ook maar de geringste macht hebt, stemt eveneens tot tevredenheid. Het treurige is dat je er onzeker van wordt omdat je ego gewond raakt en hier en daar gebroken is. Weet je nog wat ik tegen jou zei toen je onzeker was: “Onzekerheid moet je niet willen genezen, je moet ervan overtuigd raken dat het geen ziekte is.” Dat hou ik mezelf nu ook maar voor.
We weten beiden dat geschiedenis gemaakt wordt door schoften (man, vrouw en alles daartussen). Welke grote gebeurtenis je ook leest, het is altijd een reclame voor het nut van agressie. We hebben het hier al vaak over gehad. Oorlog geeft een zinloos leven zin. Het is tegenstrijdig, maar helaas waar: het leven moedwillig van een vijand beëindigen, geeft zo’n verrukkelijk orgasme dat je er meer en meer van wilt. Dat de sterkste wint is nodig voor de overleving van de soort, zeggen ze wel eens. En dat willen we toch? Ja, maar welke soort? Laat mij je vertellen, my dear, de zachte krachten zullen het afleggen, de aarde zal steeds meer bevolkt raken door het volk der Pleureslijers, de Schoften en de Meedogenlozen. En dat brengt me bij de islamisering. Daarover meer in mijn volgende brief. Ik moet nu Koos uitlaten. Ik groet je. Wees sterk. Hou je verborgen, bemoei je nergens mee en bekijk alles van een afstand, zodat je op tijd kunt vluchten.
Theodor
De. column van Koos
Ik zou willen dat ik troostende woorden voor je had, Theo.
Maar ik ben blij dat ik voor jou columns geen Parool hoeft te kopen.
Prettig om te lezen.Gelukkig niet te veel abstrahering.