Gesprek 1.
De gesprekken van Kleinman en Losmond.
Kleinman en Losmond zitten in het café. Het zijn de enige bezoekers want het café is niet populair meer. Kleinman leest de Volkskrant van vorige week en Losmond de NRC van veertien dagen geleden want cafébaas Telcentje koopt maar af en toe een krant. Niemand leest meer kranten.
Kleinman: Ha heerlijk, ik ben vandaag weer dom genoemd.
Losmond: Waarom nu weer?
Kleinman: Sander schrijft in zijn column dat ik door mijn gebrek aan opleiding te stom ben om het socialisme te begrijpen, ik ben ook te stom om op de juiste partij te stemmen en te stom om überhaupt iets van politiek te begrijpen. Zoiets.
Losmond: De Volkskrant is zo begaan met mensen zoals jij dat ze je uit mensenliefde elke dag uitschelden. Werd je vorige week ook al niet door hem uitgescholden?
Kleinman: Ja, en de week daarvoor ook. Dom is het nieuwe intelligent denk ik. Maar ik kan natuurlijk niet denken, volgens Sander. Staat er in jouw krant nog wat nieuws?
Losmond: Ach… het kabinet schijnt niet te deugen, de democratie is in gevaar en de wereld ligt op zijn achterste en Europa in het bijzonder.
Kleinman: Hier ook, kan ik je vertellen. Ik wist daarnet niet welke krant ik in mijn handen had.
Losmond: Is jouw krant ook zo tegen Israel?
Kleinman: Nou en hoe! En bij jou?
Losmond: Hier ook. Ik heb steeds het idee dat ze heel graag willen dat de EU Israel gaat bombarderen.
Kleinman: Als de Palestijnen morgen Israel van de kaart zouden vegen, staat de helft van de bevolking van Amsterdam op straat te juichen.
Losmond: En moeten wij onderduiken.
Telcentje: (Roept vanachter de bar) Stelletje ouwehoeren. Drinken moeten jullie. Drinken!
_
Gesprek 2
Braakgraag en Zuurmaag komen elkaar tegen in het park. Het waren vroeger vrienden, maar de één ging links, de ander rechts. Waar ze precies naartoe gingen bleek onduidelijk.
Ze kijken elkaar aan.
Braakgraag: Dag Zuurmaag, ik had gedacht dat we elkaar pas in de hemel weer zouden tegenkomen.
Zuurmaag: Ach, wat vriendelijk. Maar we komen elkaar hier tegen. Noemen ze dit niet tegenwoordig de hel?
Braakgraag: Nee, het Vondelpark, althans zo heette het vroeger. Schrijf jij nog boeken, beste Zuurmaag?
Zuurmaag: Zeker, ken je ze niet?
Braakgraag: Al kende ik ze… Boeken hebben geen zin meer. Literatuur heeft geen zin meer. Wat zijn schrijvers nog? Ze hebben geen invloed meer. Vroeger hadden schrijvers een belangrijke stem. Tegenwoordig niet meer.
Zuurmaag: Het gaat toch niet om invloed? Het gaat om mooie verhalen, mooie romans…
Braakgraag: O… Gaat het daar om… Mooi, maar ik wil alleen maar zeggen: vroeger hadden schrijvers invloed, wisten mensen te begeesteren. Zie jij ooit bij een invloedrijke talkshow een schrijver van literatuur? Ik eigenlijk nooit. Integendeel. Gerard Joling heeft meer politieke invloed dan bijvoorbeeld Rob van Essen of Hermans Koch, of Ilja Pfeijffer, of Connie Palmen, Mensje van Keulen of Marja Pruis. Of Manon Uphoff, Kees ’t Hart of Anjet Daanje… Maar het zijn niet alleen de schrijvers die we niet zien, tenzij in de boekenweek. Wanneer zien we grote pianisten, grote beeldhouwers, grote schilders, grote acteurs, grote ballerina’s, grote cineasten zich bemoeien met de politiek, met de toestand in de wereld? Kunstenaars zijn niet populair, ze zijn verdacht en hebben zichzelf qua invloed in de hoek geverfd. De cultuur heeft zich overbodig gemaakt.
Zuurmaag: Is dat niet altijd zo geweest? En trouwens, wat maakt het uit? Bijna alle kunstenaars denken tegenwoordig hetzelfde. Net als grosso modo de pers. De Vrijdenker, de originele denker, de spitsvondige denker, de ongewone denker, de bijzondere denker moet je niet meer onder kunstenaars zoeken. Deze tijd is daarvoor misschien te decadent. Misschien is die tijd wel voorbij. Of misschien is hij er wel, maar we zien hem niet. Hoe zou ik die tijd moeten vinden als hij weg is?
Braakgraag: Die tijd komt wel weer terug. Let op mijn woorden. Kunst geneest, maar dan moet de maatschappij nog zieker worden.
Zuurmaag: Ik moet er weer vandoor. Tot ziens, Braakgraag.
Braakgraag: Tot ziens, Zuurmaag.
(Word vervolgd)
ACHTERGRONDEN BIJ HOE DE WERELD STUK GING
Uit de Parool-archieven (kunst en literatuur):
Top