Wij wilden helemaal geen Sterke Leiders.
Het waren de vervroegde kamerverkiezingen van 1972.
Waar wachtten we op de uitslag? Bij Krasnapolsky? In een café op de Overtoom? Schiller? Studentenhuis? Ik weet het niet meer. (Ik weet alleen dat ik een dronken, maar romantische avond beleefde.)
We keken naar de uitslagen. Ik geloof dat die nog met een krijtje op een schoolbord werden geschreven.
KVP en CHU verloren. We juichten. PvdA bleef de grootste. We juichten weer. De VVD met Hans Wiegel won en kreeg 22 zetels. Hoera! Want hoewel we extreemlinks waren mochten we dat studentikoze van Hans Wiegel wel. Winnaar was ook de PPR die vijf zetels won en op een totaal van zeven zetels kwam. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels (in totaal 3) en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel. Ach, dat ik dit nog weet. Alles noterend op een bloknootje, geholpen door de meer dan aantrekkelijke R. met wie ik later discussiërend door de stad liep op weg naar - godverdomme, ik weet het niet meer, Albert Cuijp geloof ik - waar we op een zolderkamer nog wijn uit een kartonnen pak hebben gedronken. Seks, drank en politiek, een geweldig afrodisiacum als je negentien bent, maar dan moet wel Bob Dylan op een Dual-pick up op de achtergrond meezingen als je wat textiel aan het scheuren bent.
We spraken over leiderschap.
“Geen sterke leiders!’’ Maar we waren wel voor Mao, Castro, Pot, Lenin. Dat soort zwakke leiders…
“Eindelijk is die Biesheuvel opgerot,’’ schreeuwde ik tussen het onhandige kussen door nadat ik voortijdig had geëjaculeerd wat niet kwam door het uitspreken van de naam van Barend Biesheuvel.
Leiders voor het volk moesten onderdeel zijn van het volk, dus er niet boven staan.
Als ik nu mijn oor tegen de radio kleef en mijn oog door de talkshows knikker, hoor ik dat in Nederland iedereen te slap is en dat Trump en Musk zich gedragen als het homo-echtpaar Hitler en Goebbels.
“Duitsland heeft geen grote leiders meer.’’
“Heel Europa niet. Die Von der Leyen is toch eigenlijk ook niks?’’
“Nou, ik vind haar wel sterk.’’
Er schijnt een lidverslappende leiderschapscrisis te zijn als ik de opinieheertjes hoor.
Wat is een sterke leider eigenlijk?
Dat is de leider die het volk wil, maar die het nooit moet worden.
De ware sterke leider houdt zijn hormonen gekooid, drinkt niet en luistert alleen naar Radio 4.
De ware sterke leider leidt niet maar stuurt de leider aan.
XXX
In Italië bezoek ik dus elke middag (uur of vijf) hetzelfde café. (Niet dit café. Dit is een gratis foto omdat het me niet lukt mijn eigen plaatjes hier goed te krijgen.) Omdat ik er al jaren kom, ken ik daar enkele aardige lieden. (Aldo onder andere wiens verhalen mij inspireren om er sonnetten van te maken.) Maar de jongens en de meisjes in dit café vertellen me verhalen die ik soms niet helemaal begrijp. Doet er niet toe. Hun verhalen vind ik mooi. Zoals het verhaal hieronder:
De mop van Carlo.
Luigi is een priester. En aan het einde van de dag, gaat hij even voor het Heilige Kruis staan en bidt dan: ‘’ Heer, ik heb zo’n zin in seks. Wat moet ik daar aan doen?’’
Hij weet dat hij deze vraag eigenlijk niet mag stellen, en daarom fluistert hij hem ook in zijn hoofd, en soms hoopt hij ook dat God hem niet zal horen.
Maar elke dag komt die vraag toch in hem op: ‘’Heer, ik ben bloedgeil. Ik hou het bijna niet. Wat moet ik doen?’’
Soms had Luigi een natte droom, maar moest hij dan God danken, of zich schuldig voelen, want in dromenland had hij zijn piemel tussen de, volgens hem, enorme borsten van Moeder Overste gelegd of hij had zijn apparaat op de pronte billen gestampt van weduwe Lagura. Toch dankte hij God maar, want zijn ejaculatie ervaardde hij als een uitzicht op het paradijs.
Maar zijn nood werd groter en groter, en de vraag begon God te ergeren. Hij stuurde een hoer op Luigi af. Die hoer kroop onder Luigi’s tabberd en zoog hem af.
‘’Je moet morgen terugkomen,’’ zei de priester.
De volgende dag kwam de hoer terug en Luigi deed zijn piemel tussen haar borsten, ze masseerde haar borsten en zo kwam Luigi klaar.
‘’Kom morgen terug!’’
Zo gezegd, zo gedaan. Ze stak haar kont naar achteren en Luigi stampte er tegenaan tot hij weer in het paradijs was.
Daarna voelde priester Luigi zich zo schuldig… Hij durfde niet meer te bidden en hing zich uiteindelijk op aan een boom in het bos.
In de hemel riep God hem bij Zich.
Luigi durfde Onze Lieve Heer niet aan te kijken.
‘’Luigi,’’ zei God, ‘’geloof je in Mij?’’
‘’Ja, Heer. Heel erg, maar ik heb slecht gedaan. Ik ben met een hoer geweest.’’
‘’Dat weet ik, Luigi… ‘’
‘’Zeker Heer. Het spijt mij…’’
‘’Kijk Mij aan,’’ zei God toen. En toen zag Luigi het, en God zei: ‘’Ik was die hoer, Luigi. En ik hou je nu voor altijd bij Me, want je bent een echte man!’’
XXX
Fijn om je columns weer te kunnen lezen Theodor. Met het ouder worden ga je als het goed is de wereld en mensen anders beschouwen. Niet meer zo zwart/wit. De hormonen komen ook in een rustiger vaarwater. Ik ook en gisteravond vond ik in een kastje een dagboek uit 1965 waar ik vanmiddag in ben gaan lezen. Ik zie een meisje van 16-17 jaar behoorlijk last hebben van haar hormonen en elke week wel een hysterische verliefdheid heb en 'm ook snel kwijt ben. Ik lees over vele feestjes, ontmoetingen, groot verlangen om van huis weg te gaan. Ruzies met en tussen de ouders. Na 2 jaar ging ik naar Parijs het vrije leven tegemoet. Nu ik terugkijk naar dat meisje van 16-17 jaar en mijn avonturen, huwelijken, reizen, een politieke wereld die zo anders is dan wat ik mij had kunnen voorstellen, vind ik het leven nog steeds spannend. Op naar de 100 en wens jou ook nog een lang schrijvend leven.
Alle begin op een nieuw Platform is moeilijk en het is hartstikke leuk lezen Theodor!